Waarom wordt de evolutietheorie in de wetenschap zo breed aanvaard?
Kort gezegd denk ik dat dit komt doordat de evolutietheorie de beste naturalistische theorie is die we hebben. Als we uitgaan van het methodologisch naturalisme, zijn de mogelijkheden voor de verklaring van leven beperkt tot hypothesen die uitgaan van een gesloten wereldbeeld waarbij er niets meer is dan materie en oorzaak en gevolg. En daarom had (tenminste tot voor kort) de neodarwinistische theorie van evolutie via genetische mutatie en natuurlijke selectie het monopolie.
Rivaliserende naturalistische hypothesen hadden niet dezelfde verklarende kracht, reikwijdte en plausibiliteit. De evolutietheorie moet daarom gewoon wel waar zijn. Ook al klinkt het nog zo onwaarschijnlijk. Ook al moeten de verklarende mechanismen worden geëxtrapoleerd tot ver buiten het meetbare gebied en ook al is er een enorm gebrek aan bewijs voor veel van haar stellingen. Er is tenslotte geen andere naturalistische theorie die de werkelijkheid zo dicht nadert.
Om dit te begrijpen kan het helpen om in te zien dat het woord ”evolutie” zich gedraagt als een accordeon. Het woord kan worden uitgetrokken en ingevouwen, zodat het kan aansluiten bij de onderzochte situatie. De evolutiebioloog Francisco Ayala laat zien dat het woord evolutie voor ten minste drie verschillende dingen kan worden gebruikt:
1. Het proces van verandering en diversificatie van levende dingen door de tijd heen. In deze zin zeggen biologen dat evolutie een feit is. Het is duidelijk dat het weinig zegt om dit een feit te noemen. Het wordt dan ook door niemand bestreden, zelfs niet door de meest fundamentalistische jongeaardecreationist.
2. De reconstructie van de geschiedenis van evolutie om te laten zien hoe de universele levensboom zich vertakte in verschillende soorten levende wezens.
3. Het mechanisme dat verantwoordelijk is voor evolutionaire verandering. Darwin probeerde met behulp van natuurlijke selectie door willekeurige variaties in levende dingen uit te leggen waarom organismen zich aan hun omgeving aanpasten. Als gevolg van de ontwikkeling van de moderne genetica werd het darwinistische mechanisme van natuurlijke selectie aangevuld met genetische mutaties. Zo kon worden uitgelegd hoe variaties zorgen voor natuurlijke selectie. Deze hypothese noemen we daarom neodarwinisme.
Sceptisch
In de tweede en de derde betekenis van het woord is evolutie geen bewezen feit, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen. Volgens Ayala zijn de tweede en de derde kwestie –de zoektocht naar het vaststellen van de geschiedenis van evolutie en de zoektocht naar een verklaringsmodel voor het hoe en waarom van evolutie– onderwerp van veel wetenschappelijk onderzoek. „Sommige conclusies zijn duidelijk bewezen. Veel zaken zijn minder zeker, andere berusten op gissingen en weer andere (…) blijven grotendeels onbekend” (”Darwin and Intelligent Design”).
Over evolutie in de tweede betekenis benadrukt Ayala: „Helaas moet er nog heel, heel, heel veel ontdekt worden. Om de geschiedenis van evolutie te reconstrueren moeten we de mechanismen tot in detail begrijpen en we hebben slechts een heel vaag beeld van hoe ze op genetisch niveau werken en van hoe genetische verandering zich verhoudt tot ontwikkeling en functie. (…) Ik bedoel maar dat wat nog ontdekt moet worden niet slechts een paar details zijn. Het gaat om een aantal belangrijke onderliggende principes” (”Where Darwin Meets the Bible”). Bij de derde betekenis waarschuwt hij: „De mechanismen die voor deze veranderingen verantwoordelijk zijn, worden nog steeds druk onderzocht en zijn onderwerp van discussie onder wetenschappers” (”The Evolution of Life: An Overview”).
Als je je realiseert dat het woord ”evolutie” voor deze drie aspecten kan worden gebruikt, ga je beseffen hoe misleidend het kan zijn als wordt gesteld dat evolutie een bewezen en universeel aanvaard feit is. Er zijn inderdaad heel goede gronden om sceptisch te staan tegenover de neodarwinistische mechanismen achter evolutionaire verandering. Een aantal hedendaagse evolutionair biologen aan de top neemt deze mechanismen scherp onder vuur.
Het intrigeerde mij toen ik hoorde dat Ayala ondertussen niets meer ziet in de neodarwinistische mechanismen. Lyn Margulis, lid van de zogenoemde Altenburg 16, een groep evolutionair biologen die in 2008 bijeenkwam op een conferentie in Altenburg, Oostenrijk, om de mechanismen achter evolutionaire verandering te onderzoeken, rapporteerde: „Francisco Ayala was het met me eens toen ik zei dat het dogmatische neodarwinisme dood is. Hij hing het neodarwinisme tot dan toe aan, maar de vooruitgang van de moleculaire genetica, evolutie, ecologie, biochemie en ander nieuws brachten hem ertoe om toe te geven dat het neodarwinisme nu dood is” (Suzan Mazur, ”The Altenberg 16”, 285).
Niet toegeven
Laat het duidelijk zijn dat Ayala het creationisme op geen enkele wijze omhelst. Hij zal juist zoeken naar aanvullende natuurlijke mechanismen die hij kan toevoegen aan genetische mutatie en natuurlijke selectie. In de wetenschappelijke literatuur worden hier al suggesties voor gedaan.
Ik verwacht dat in de loop van deze eeuw de neodarwinistische mechanismen die al zo lang bestreden worden door creationisten van verschillende ligging, zullen worden ontmaskerd als ongeschikt en dat er nieuwe mechanismen zullen worden erkend. Ironisch genoeg zal de gemeenschap van evolutionair biologen in plaats van toegeven dat de kritiek van creationisten gerechtvaardigd was, gewoon zeggen: „O, ja, we wisten eigenlijk allang dat de neodarwinistische mechanismen niet geschikt waren!” En dat ondanks het publieke standpunt dat nu in naam van het neodarwinisme gerechtvaardigd wordt.
Dus hoewel evolutie op een manier die weinig zegt duidelijk bewezen is, de tweede en de derde betekenis van het woord zijn niet universeel aanvaard onder wetenschappers. De dominantie van het neodarwinisme op dit moment komt voort uit het samengaan van methodologisch naturalisme en het ontbreken van een beter naturalistisch alternatief.
Dr. William Lane Craig is hoogleraar filosofie aan Talbot School of Theology in La Mirada (Californië). Hij houdt lezingen en debatten over apologetische onderwerpen. Deze bijdrage is overgenomen van zijn website reasonablefaith.org. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Bron: Reformatorisch Dagblad