De scholen zijn weer begonnen. Bij ons door de straat zien we ze fietsen, de kleintjes naar de basisschool, de tieners naar het middelbaar. Balk voorop of rugtas op de rug. We vertrouwen onze kinderen toe aan mensen die we niet of nauwelijks kennen: de leerkrachten. Natuurlijk, als het een christelijke school is moet het goed zijn. Maar kijken we er wel eens naar? Hoe beoordelen we ze en wat gaat er gebeuren nu de overheid ook christelijke scholen wettelijk voorschrijft moreel normbesef, in casu homovoorlichting, aan onze kinderen te onderwijzen?
Staan wij aan de kant als lijdzame toeschouwers?
Honderdduizenden toeschouwers kwamen opdraven in Amsterdam. Het was Gayparade. De grachten vulden zich met boten en bootjes, afgeladen vol met quasi feestende mensen, sommigen niet wars van de nodige obsceniteit, half naakt met veel aandacht voor het prostitueren van hun onderlichaam. Een joelende menigte, kennelijk ook hele gezinnen met kleine kinderen stond langs de grachten. Hier waren ze, om zich aan het publiek te tonen, hun lijven en hun lusten. En alles moest meedoen, ook mensen die er diep in hun hart misschien grote afkeer van hadden. Maar de homolobby is machtig en manipulatief. Wie niet mee wil doen, wordt gechanteerd via de media en als antihomoactivist of als christelijk conservatief publiekelijk aan de wand gespijkerd. Dus waren ze er allemaal: politieke leiders, mensen uit de krijgsmacht of uit de gemeentelijke politiek, de ING-bank en de AVRO, de GGD, de Nederlandse Spoorwegen, de Politie, De Nederlandse Bank en het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. Want wee je gebeente als je een uitnodiging uit die hoek zou afslaan met: Nee, bedankt!
Volstrekt normaal!?
Hoe zeer zijn we allemaal in onze houding van lijdzaamheid meegezogen in een ontwikkeling die zich in onze maatschappij sinds de jaren ‘6o van de vorige eeuw manifesteert. Alles en iedereen die zich hier ook maar met één woord tegen keert wordt moralisme verweten. Maar ook christenen proberen in het publieke domein aan de bak te komen, om te worden geaccepteerd en spreken in positieve zin over de zonde van homoseksuele praxis. Ik las van een evangelische tv-smaakmaker: `Ik denk dat Jezus liever naar de Gayparade gaat dan naar de EO-jongerendag.’ Veel christenen denken dat we ons moeten identificeren met de moderne immoraliteit om mensen voor het Evangelie te winnen. Een misvatting van de bovenste plank, een uitholling van de kracht van het Evangelie dat uitloopt op een mislukt moralisme. Ik las net gisteren in de krant dat we op tv niet alleen Boer zoekt vrouw hebben, maar ook Boer zoekt man. Ik vermoed dat de homolobby krachtig op de deuren van de KRO heeft geramd om het roer om te krijgen.
Het moet als volstrekt normaal worden beschouwd dat je vrijheid moet hebben in je keuze: seks met een vrouw of met een man. Dat zijn de verworvenheden van onze maatschappij en een meerderheid in ons parlement zal deze dingen krachtig bevorderen. Ook mensen die in het vorige kabinet nog huichelachtig op de vlakte bleven omdat de SGP-stem in de Senaat nodig zou kunnen zijn. Wat zijn we diep gezonken. Nee, zullen andere zeggen, wat zijn we hoog gestegen!
Normen van de overheid
Nu moet nog het op één na laatste bolwerk worden geslecht voordat iedereen in het schip van de homolobby zit: het onderwijs, onze kinderen. Daarna volgen onze kerken nog, maar nu nog even niet. Het christelijk onderwijs moet eerst om. We hebben het met woorden weten toe te dekken: seksuele diversiteit. De homovoorlichting is tot één van de kerndoelen van het onderwijs verheven, las ik in de krant. In Frankrijk komt ook het homohuwelijk en men wil in ieder geval al af van de termen vader en moeder in officiële overheidsdocumenten want zulk woordgebruik discrimineert de homo’s en het homohuwelijk. We lopen in ons land nog achter! Maar wat zorgelijk is moeten we wel benoemen: de overheid bepaalt nu de moraliteit voor onze kinderen.
De overheid heeft zelf geen normen. Christenen hebben christelijke normen en waarden. Het is de taak van de overheid het onderwijs van de ouders te laten zijn en niet met chantage van de subsidiekraan de moraal van D66 of GroenLinks of de PVV aan onze kinderen op te dringen. De lijdzaamheid van christenen gaat nu al zo ver dat christelijke homogroepen een lespakket aanbieden aan scholen. Goed bedoeld, maar principieel onjuist. Zijn ouders zelf niet in staat hun kinderen moreel besef bij te brengen? Pleit ik voor antihomo-activisme? Wil ik pesterijen in stand houden? Volstrekt niet! Dat moet krachtig worden bestreden. Maar ik zou mijn kind niet onder het gehoor van een homo-les willen brengen door een leerkracht die `s zaterdags nog stond te joelen aan de Amsterdamse grachten en dat misschien voor de klas met foto’s en filmpjes gaat promoten. Want nu is alles mogelijk geworden!
Hiv-bestrijding in Oeganda
De vraag naar moraliteit, naar Bijbelse normen, mag niet meer worden gesteld. Kinderen en tieners zal de mond worden gesnoerd tijdens zulke lessen als zij bijvoorbeeld willen spreken over Bijbelse normen voor seksualiteit, het huwelijk naar de Schrift en dergelijke thema’s. Ze zullen misschien wel te horen krijgen dat de tijd voor zulke conservatieve ideeën nu eenmaal definitief voorbij is. Zo wordt een nieuwe groep in de klas geschapen die vervolgens ook weer doelwit wordt van pesterijen. Met het argument van pesterij worden de zogenaamde homolessen aan de man gebracht door met name het COC – de grootste homolobby van ons land. Dr. C. Wigmans, onderwijskundige en theoloog, schreef onlangs een boek: ‘Je kan me nog meer vertellen – Tegenspraak als opdracht van christelijk geïnspireerd onderwijs‘. Of hij daarin ook over de verplichte homolessen spreekt weet ik niet, maar wel begreep ik van hem dat hij er tegen is dat onze scholen worden tot indoctrinatie-instituten, waarin voor eigen opvattingen geen enkele ruimte meer wordt geboden. Ook in andere Europese landen is deze ontwikkeling volop aan de gang. Het gelijkheidsdenken is de nieuwe Europese doctrine, aangevuurd door een meerderheid van socialisten en liberalen in het Europarlement.
Toen de christelijke president van Oeganda in zijn land propageerde dat men het huwelijk weer zou respecteren en seksualiteit binnen het huwelijk zou moeten brengen om de enorme uitbraak van Hiv-besmetting in het land tegen te gaan, daalde binnen enkele jaren de Hiv-besmetting dramatisch. Oeganda werd het voorbeeld voor heel Afrika. Nog steeds zijn er meer dan een miljoen Hiv-besmette mensen, waarvan honderdvijftigduizend kinderen met alle verdriet van dien. Maar mevrouw Lousewies van der Laan van D66 ging destijds geweldig te keer tegen de conservatieve voorstellen van deze president. Strijdbaar of Lijdzaam? Waar staan wij hier vandaag?
Bron: Het Zoeklicht 22. 27 oktober 2012