Biodiversiteit Madagaskar verklaard
AMSTERDAM Het grootste deel van de gewervelde dieren op Madagaskar is pas aangekomen nadat het een eiland werd.
Madagaskar, dat bekend staat om zijn bijzondere fauna, werd een eiland voordat de zoogdieren aan hun opmars begonnen (ongeveer 65 miljoen jaar geleden (sick -red.) ). De dieren zijn dus op een andere manier dan lopend op het eiland terecht gekomen.
De dieren vlogen, dreven en zwommen vooral naar het vierde grootste eiland ter wereld, aan de oostkust van Afrika. Australische biologen publiceren dit maandag in PNAS.
De onderzoekers bekeken welke diergroepen sinds wanneer op het eiland voorkomen, en koppelden dat aan verscheidene natuurfactoren, zoals wind- en waterstromen.
Zwemmend
De waterstromen rond het eiland veranderden gedurende de geschiedenis. Gunstige waterstromen, van Afrika richting Madagaskar, bleken samen te vallen met het verschijnen van diverse nieuwe diergroepen die daarom waarschijnlijk zwemmend of drijvend zijn aangekomen.
Voorbeelden van zwemmers zijn nijlpaarden en krokodillen, die een langere tijd op zee kunnen overleven. Drijvende migranten zijn veel talrijker, omdat hele stukken ‘land’ van soms honderd meter doorsnee – bij elkaar gehouden door wortels – af kunnen drijven en met alles erop en eraan de oversteek maken.
Vleermuizen
De Australiërs vonden een vergelijkbaar effect met variërende luchtstromen en het arriveren van nieuwe vliegende dieren.
Er zijn bijvoorbeeld 44 vleermuissoorten op Madagaskar, en die zijn verdeeld over 24 momenten aangekomen op het eiland. Een deel daarvan kwam uit Azië en gebruikte waarschijnlijk de tussenliggende eilanden, zoals de Malediven of de Kokoseilanden als tussenstop.
De natuur is dynamisch, de natuur is constant in ontwikkeling. Bij het lezen van bovenstaand artikel moest ik onwillekeurig denken aan het televisieprogramma Border Security. Hierin worden de Australische douane en immigratiedienst gevolgd en krijgen kijkers met regelmaat te zien hoe reizigers aangehouden worden omdat zij ‘vreemde’ natuurproducten het land in willen brengen.
Keer op keer wordt uitgelegd dat dat een levensgevaarlijk risico is voor de Australische natuur omdat het onbekende soorten en ziekten mee kan brengen. Op zich klinkt het allemaal heel logisch, maar dan lees je dit artikel, en dan lees je dat die biodiversiteit zich met name toch via natuurlijke weg naar eilanden verplaatst.
En dan besef je dat het onmogelijk is om de enorme kustlijn van landen en continenten te bewaken. Bovendien is het absoluut onmogelijk gebleken om met name hele kleine dieren als insecten en dergelijke buiten de deur te houden. De wereldwijde handel in autobanden is een van de bekende verspreiders van ‘exotische’ muggen gebleken. Dit hangt dus niet zozeer samen met de klimaatveranderingen, zoals sommigen propaganderen, maar met de internationale handel.
Een ander ‘leuk’ voorbeeld van menselijk falen is de ‘killer-bee’. Een agressieve bijensoort die voorkomt in Zuid-Amerika en het zuiden van Noord-Amerika, en bezig is aan een onstuitbare opmars. Deze bijensoort doet zijn naam eer aan. Ze zijn agressief, snel geïrriteerd en worden in verband gebracht met circa 1000 doden per jaar. Ze wonen in bevolkte gebieden en kunnen getriggerd worden door het minste of geringste zoals geluid, geur (parfum) en zelfs de ademhaling van iemand. Ze gaan gelijk in ‘killer-mode’ en zijn de kamikazes van het dierenrijk.
Ze komen voort uit een fout in een wetenschappelijk onderzoek van Warwich E. Kerr, uit de jaren vijftig van de vorige eeuw in een poging de honingproductie van bijen te verhogen. In 1957 liet een invallende imker per ongeluk 26 bijenkoninginnen ontsnappen, met de explosieve verspreiding van de agressieve ‘killer-bee’ tot gevolg.
En toch zal de natuur zich ook hier weer aan aanpassen. Er zijn ondanks deze fout geen dramatische gevolgen op grote schaal geweest.
De mens is dus bezig met het scheppen van schijnveiligheid in een tijd waarin angst overheerst. En dat is een van de tekenen die voorspeld zijn voor het laatst der dagen …