Wie is gelukkiger over het leven – liberalen of conservatieven? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen. Per slot van rekening is er een complete academische bibliotheek volgeschreven die laat zien dat conservatieven van nature autoritair zijn, dogmatisch, intolerant over andersdenkenden, angstig over bedreigingen en verliezen, met een laag zelfbeeld, en ze voelen zich niet prettig bij de ingewikkelde manier van denken. En was het niet presidentskandidaat Barack Obama die hen in 2008 labelde als “bitter” terwijl ze “zich vastklampen aan wapens of religie”. Uiteraard, liberalen zijn gelukkiger, toch?
Fout. Onderzoekers van zowel links als rechts hebben deze vraag uitvoerig bestudeerd, en hebben overeenstemming bereikt dat conservatieven de kant van het geluk hebben. Veel datasets laten dit zien. Het Pew Research Center stelde bijvoorbeeld in 2006 dat de kans dat conservatieve Republikeinen zeiden dat ze “erg gelukkig” zijn over hun leven, 68% groter was dan dat liberale Democraten dat zouden zeggen. Dit patroon bestaat al decennia lang. De vraag is dus niet of dit waar is, maar waarom.