Broeikaseffect, opwarming van de aarde, smelten van ijskappen, zeespiegelstijging, uitsterven van ijsberen en dat alles veroorzaakt door koolzuurgas (CO2), in de atmosfeer gebracht door menselijke activiteit (industrie en vervoer). Al Gore met zijn film en doemscenario’s. Het KNMI met zijn sombere voorspellingen. Elke dag artikelen, waarin we horen hoe onze zelf veroorzaakte disharmonie in de aardse atmosfeer, zonder draconische maatregelen misschien wel leidt tot de ondergang van onze cultuur. Etcetera. Ook de christelijke pers in ons land zingt vrijwel kritiekloos mee in dit depressieve koor. Wat is er aan de hand? We gaan een aantal aspecten bekijken en trekken een conclusie.
Recente klimaatonrust
Deze klimaathype is niet de eerste.
-Na WO II verslechterde het klimaat, het werd natter en kouder dan de warme jaren 40 van de vorige eeuw. Men weet dit aan de uitgevoerde atoomproeven.
-In 1972 verscheen ‘Grenzen aan de groei’, het rapport van de ‘Club van Rome’, dat op eindige voorraden van mineralen en brandstoffen wees. Dramatische maatregelen werden aanbevolen om het tij te keren.
-Daarna onrust over een mogelijke a.s. ijstijd, omdat de temperaturen over een aantal jaren schenen te dalen.
-Vervolgens paniek over zure regen, die de bossen deed uitsterven. De Fransen hielden er zelfs een Duitse uitdrukking aan over: “le Waldsterbèn”. Ook exit.
-Een nieuwe hype: het gat in de ozonlaag. Het gebruik van CFK’s, als drijfgassen, werd verboden. Maar het ‘gat’ is er nog elk jaar. Aan het eind van de zomer. Boven het zuidelijk halfrond. Het is waarschijnlijk nooit anders geweest.
En dan nu dus CO2 als boosdoener. Terecht? CO2 (koolzuur) neemt 0,04 volumeprocenten van de atmosfeer in. Daarvan is slechts een kleine (en dus beïnvloedbare) fractie het gevolg van menselijk handelen. Volgens veel plantenkundigen hebben we eigenlijk te weinig voor een optimale groei van bomen en planten. Daarom blazen vele kwekers extra CO2 in hun kassen. De geringe verhoging van het CO2-gehalte in de atmosfeer heeft geleid tot sterkere groei van tropische wouden en tot hogere opbrengsten van landbouwproducten. Wat een zegen is, gezien de slinkende graanvoorraden en het steeds stijgende aantal landen dat voedsel moet invoeren.
Wat is klimaat en wat weten we over het klimaat in het verleden?
Onder ‘klimaat’ verstaan we het gemiddelde verloop van het weer op een bepaalde plaats en over een bepaalde periode (standaard 30 jaar). Eén van de kenmerken van het klimaat is, dat het verandert. In de Romeinse tijd was het klimaat mild in Europa, later is het kouder geworden en werd Europa geteisterd door epidemieën. In die koude kwamen de Noormannen Europa plunderen o.a. voor voedsel, omdat in hun land niet voldoende graan verbouwd kon worden. Het hof van Karel de Grote (±800) moest regelmatig van stad wisselen, omdat men teveel voedsel gebruikte. Daarna de zgn. middeleeuwse warme periode van ± 1080 tot ±1450. De Noormannen stopten hun strooptochten en brachten Groenland in cultuur. Daar kon toen graan verbouwd worden, in Schotland werd aan wijnbouw gedaan. Het CO2-niveau was toen laag. Er was grote welvaart. In deze periode vallen kruistochten en Renaissance.
Vanaf ±1450 begint de ‘kleine ijstijd’, met lange strenge winters. In deze tijd viel o.a. de Reformatie, je ziet portretten van mannen als Calvijn met petten en oorkleppen, want huizen waren moeilijk te verwarmen. Het dieptepunt viel rond half de 19e eeuw. De Theems vroor ’s winters dicht tot op de bodem en er werd kermis gehouden op het ijs. De gletsjers van Les Bossons en Mer de Glace staken het Arvedal over en isoleerden Chamonix; men hield bidstonden en blies de gletsjertongen op met dynamiet.
Rond 1890 begon het weer op te warmen, met enkele schommelingen tot in de 90-er jaren van de vorige eeuw. Het warmst waren de 30-er jaren. 1998 was het warmste jaar, maar sindsdien koelt het langzaam af, alleen het laatste jaar gaat het sneller.
Is opwarming erg? Nee, over het algemeen zijn de perioden met hogere temperaturen de meest welvarende geweest.
Hoe meten we de temperatuur van de aarde?
De beste plek om de temperatuur van de atmosfeer te meten is op een hoogte van 5 kilometer. Dan kan met weerballonnen, maar nu gebruiken we ook satellieten, waardoor we een dicht meetnet hebben. Op die hoogte is de invloed van warmtebronnen op het aardoppervlak te verwaarlozen. Veel rapporten over opwarming baseren zich op metingen op het aardoppervlak. Veel van deze meetstations staan door uitbreidende bebouwing en industrialisering nu te dicht bij warmtebronnen, waardoor ze een te hoge temperatuur aangeven. Voorbeeld: in en om Parijs ligt de temperatuur altijd enkele graden hoger dan in de omtrek. De temperatuur op 5 km hoogte bereikte een piek in 1998, was enkele jaren stationair en is nu aan het dalen. De winter 2007/2008 was wereldwijd de koudste in meer dan een eeuw. Toch komt het KNMI met een rapport dat aangeeft dat de temperatuur nog steeds stijgt. Ja, in Nederland, aan de aardoppervlakte.
Als de atmosferische temperatuur daalt, blijft het water van de oceanen daarbij achter, temperatuurdaling daarvan begint pas na vele jaren duidelijk te worden. Het water van de Noordzee blijft nog op temperatuur en die oefent grote invloed uit op de temperatuur in Nederland.
Smeltende gletsjers, Amersfoort aan zee?
Gletsjers buiten de poolgebieden zijn een restant van de ijstijd en dus grotendeels een tijdelijk verschijnsel. Alpengletsjers trekken zich al lange tijd terug, maar gletsjers in Noorwegen en Nieuw-Zeeland groeien. In Nieuw-Zeeland in het afgelopen jaar zelfs dramatisch! Gletsjers groeien door sneeuwval in hun brongebied; als er minder sneeuw valt, krimpen ze. De ijskappen op Groenland en Antarctica groeien aan, de temperatuur in beide gebieden daalt nog steeds. Het Noordpoolijs, dat zeeijs is, ligt niet op een vaste plek, maar verschuift door wind en verschuivende zeestromingen. Toch is dit jaar de zuidgrens van het Noordpoolijs al in begin augustus op de lijn waar het ‘normaal’ pas begin september is. De ijsberenpopulatie is de laatste vijftig jaar verviervoudigd, ijsberen bedreigen bevolkingscentra in Noord-Canada. De tv-plaatjes van ‘smeltende’ gletsjers komen van één gletsjer in Alaska, waarvan de gletsjertong uitmondt op zee. Omdat die gletsjer snel beweegt, breken er constant stukken af die in het diepe zeewater vallen. Dat afkalven bewijst, dat de gletsjer groeit en niet dat die smelt.
Stijgt de zeespiegel? Ten eerste is dat heel moeilijk vast te stellen, ten tweede wordt dat beïnvloed door vele locale factoren en ten derde stijgt de zeespiegel op verschillende plaatsen, bijv in Zuid-Engeland, maar daalt op vele andere plekken, bijv. Schotland. Dat bij ons de zeespiegel langzaam stijgt, komt in hoofdzaak door het nog steeds dalen van de Nederlandse bodem, o.a. door bebouwing en wateronttrekking. Smeltende ijskappen hebben daarmee niets te maken.
Beïnvloedt de mens de temperatuur van de aarde?
Waarschijnlijk niet. De temperatuur van de aarde wordt bepaald door de zon. De warmteproductie van de zon is niet altijd gelijk, maar varieert in een bepaald langjarig ritme. En er is een ±11-jarig ritme van zonnevlekkenactiviteit. Sommige perioden zijn korter en heviger, andere langer en rustiger. Zonnevlekken zorgen voor ‘zonnewind’ die de kosmische straling van de aarde weghoudt. Kosmische straling bevordert wolkvorming. Dus een actieve zon betekent minder wolken en meer opwarming. Thans zijn er nauwelijks zonnevlekken.
En wat is er met broeikasgassen?
Er zijn drie gassen in de atmosfeer, die warmte kunnen vasthouden en er voor zorgen dat het niet te koud wordt en dat de temperatuur geen al te grote schommelingen doormaakt. Die gassen zijn: waterdamp (meer dan 90%), methaan (CH4, weinig) en koolzuurgas (CO2, 0,04%). De producent hiervan is de oceaan. De gehaltes van deze gassen in de atmosfeer volgt na enige tijd de opwarming van de oceanen. Dus eerst wordt het warmer (door de zon) en dan beginnen de gehaltes van de zgn. ‘broeikasgassen’ toe te nemen.
De mens beïnvloedt het gehalte aan CO2 enigszins door industriële en verkeersuitstoot en door het op grote schaal kappen van tropische wouden. Omdat het aandeel van CO2 in het totale gehalte aan ‘broeikasgassen’ zo gering is, is de menselijke invloed verwaarloosbaar.
Waardoor al die ophef?
Daarvoor zijn verschillende oorzaken:
1. Er is op grote schaal geknoeid met gegevens, doordat zij selectief gebruikt zijn om de vooropgezette(?) conclusie te ondersteunen. Correctie door de realiteit is moeilijk, omdat veel ‘gegevens’ uitkomsten van vaak falende computermodellen blijken te zijn.
2. Er is een toenemende neiging om eenmaal aangenomen veronderstellingen als feit te hanteren.
3. De eenmaal ingeslagen weg is moeilijk te verlaten, omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn en subsidies en geldstromen die kant op gaan.
4. Er is mede door een enorm pr-budget een gigantische reclamecampagne gevoerd; denk alleen al aan de misleidende activiteiten van Al Gore met zijn rampscenario’s, die een enorme impuls hebben gegeven aan het ‘geloof’ in de klimaathype. Het is beschamend dat deze persoon een Nobelprijs heeft gekregen voor zijn leugens en misleiding; het is beschamend dat ook de christelijke pers heeft meegehuild met deze wolven in het bos en geen eigen kritisch geluid heeft laten horen.
Door al deze zaken zijn veel mensen wereldwijd misleid.
Wat is de huidige situatie?
Recentelijk hebben het wetenschappelijk tijdschrift Nature, de krant Daily Telegraph, maar ook het IPCC (de inter-gouvernementele club die de hype heeft gestart en volgehouden) en de BBC een periode van 20 jaar afkoeling voorspeld!!! Het lijkt erop of het einde van de recente klimaathype in zicht is. Er is onder de mensen een stijgend cynisme en afkeer, nu men gaat ontdekken, hoe men is gemanipuleerd door de klimaatlobby. We kunnen ons nu gaan concentreren op de angst voor een nieuwe ijstijd. . .
Misschien wordt er nu in ons land ook gestopt met onzinnige en dure investeringen om bijv. CO2 onder de grond te pompen. We hebben het spul zo hard nodig om de wereldbevolking te kunnen blijven voeden!
Conclusie
We hebben ons gigantisch bij de neus laten nemen. Miljarden euro’s zijn aan deze misleiding verspild en worden nog verspild. De goede naam van eminente wetenschappers, die vanaf het begin hiertegen waarschuwden, is door het slijk gehaald. Zij zijn door Al Gore en zijn club vergeleken met die onnozelen die nog geloven, dat de aarde plat is. Zij krijgen nu dus gelijk. Hoor ik hier al de excuses van de machtige milieu- en klimaatlobby en ook van de christelijke pers en het KNMI? Of gaan we geruisloos over tot de volgende hype? Hebben we geleerd? Laten we het hopen.
Bron: Rinus Kiel