Schokkende cijfers over vaderloze kinderen

Spread the love

Opmerkelijke cijfers over een vaderloos Amerika. Nu rijst alleen de vraag hoe anders de situatie in het vaderloze Nederland is. Let ook op dat de vergelijkingen gaan tussen gezinnen met ’two natural parents’, dus een vader en een moeder, en zeker niet over ’twee vaders’ of ’twee moeders’. Dit laatste is iets van de laatste tijd, en gezien de data van deze onderzoeken was daar destijds nog amper sprake van.

Seksuele activiteit: In een studie onder 700 adolescenten hebben onderzoekers vastgesteld dat adolescenten uit eenoudergezinnen vaker en eerder seksueel actief zijn, dan adolescenten uit gezinnen met twee natuurlijke ouders.
Bron: Carol W. Metzler, et al. “The Social Context for Risky Sexual Behavior Among Adolescents,” Journal of Behavioral Medicine 17 (1994)

Drankmisbruik::Tieners die in eenoudergezinnen wonen zijn meer geneigd alcohol te misbruiken en op jongere leeftijd dan kinderen die opgroeien in gezinnen met twee natuurlijke ouders.
Bron: Terry E. Duncan, Susan C. Duncan and Hyman Hops, “The Effects of Family Cohesiveness and Peer Encouragement on the Development of Adolescent Alcohol Use: A Cohort-Sequential Approach to the Analysis of Longitudinal Data,” Journal of Studies on Alcohol 55 (1994)

Drugsgebruik: “… de afwezigheid van de vader in huis heeft significant effect op het gedrag van adolescenten en resulteert in meer gebruik van alcohol en marihuana.”
Bron: Deane Scott Berman, “Risk Factors Leading to Adolescent Substance Abuse,” Adolescence 30 (1995)

Seksueel misbruik: Een studie onder 156 slachtoffers van seksueel misbruikte kinderen wees uit dat een meerderheid van de kinderen uit verstoorde of eenoudergezinnen kwam; slechts 31% van de kinderen woonde bij beide biologische ouders. Al maken stiefgezinnen slechts 10% van het totaal van alle gezinnen uit, 27% van de misbruikte kinderen woont of bij een stiefvader of bij de ‘vriend van moeder’.
Bron: Beverly Gomes-Schwartz, Jonathan Horowitz, and Albert P. Cardarelli, “Child Sexual Abuse Victims and Their Treatment,” U.S. Department of Justice, Office of Juvenile Justice and Delinquency Prevention

Kindermisbruik: Onderzoekers in Michigan stelden vast dat “49% van al het kindermisbruik wordt gepleegd door alleenstaande moeders”
Bron: Joan Ditson and Sharon Shay, “A Study of Child Abuse in Lansing, Michigan,” Child Abuse and Neglect, 8 (1984)

Dodelijke voorspellingen: Een ‘gezins structuur index’ – een vergelijkende index gebaseerd op het jaarlijkse percentage kinderen betrokken bij scheiding en het percentage gezinnen met kinderen die door vrouwen geleidt worden – is een goede voorspeller van zelfmoord onder jongvolwassenen en adolescente blanke mannen.
Bron: Patricia L. McCall and Kenneth C. Land, “Trends in White Male Adolescent, Young-Adult and Elderly Suicide: Are There Common Underlying Structural Factors?” Social Science Research 23, 1994

Verhoogd risico: Vaderloze kinderen lopen een dramatisch hoger risico om zelfmoord te plegen
Bron: U.S. Department of Health and Human Services, National Center for Health Statistics, Survey on Child Health, Washington, DC, 1993

Tendensen in zelfmoord: In een studie onder 146 vrienden van 26 adolescenten die zelfmoord pleegden, bleek dat tieners die in eenoudergezinnen leefden niet alleen vaker zelfmoord plegen, maar ook dat zij vaker lijden onder psychologische storingen, in vergelijking tot tieners uit intacte gezinnen.
Bron: David A. Brent, et al. “Post-traumatic Stress Disorder in Peers of Adolescent Suicide Victims: Predisposing Factors and Phenomenology.” Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry 34, 1995

Identiteitsverwarring: Jongens die opgroeien in gezinnen zonder vader, hebben later meer moeite met het invullen van hun rol als man en geslachtsidentiteit.
Bron: P.L. Adams, J.R. Milner, and N.A. Schrepf, Fatherless Children, New York, Wiley Press, 1984

Psychiatrische problemen: In 1988 bleek uit een 34 maanden durende studie onder kinderen die nog niet naar school gingen en in New Orleans als psychiatrische patiënten in het ziekenhuis kwamen, dat 80% uit vaderloze gezinnen kwam.
Bron: Jack Block, et al. “Parental Functioning and the Home Environment in Families of Divorce,” Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 27 (1988)

Emotionele stress: Kinderen die leven bij een nooit-getrouwde moeder hebben meer kans te worden behandelt voor emotionele problemen
Bron: L. Remez, “Children Who Don’t Live with Both Parents Face Behavioral Problems,” Family Planning Perspectives (January/February 1992)

Moeilijke kinderen: Kinderen verzorgt door een gescheiden of nooit getrouwde moeder werken minder makkelijk mee, en scoren lager op intelligentietests dan kinderen die opgroeien in gezinnen die intact zijn. Statistische analyse van gedrag en intelligentie van deze kinderen, liet “significante nadelige effecten” zien van het leven in een door een vrouw geleidt gezin. Opgroeien met alleen een moeder bleek een statistische voorspeller van gedragsproblemen, zelfs na het oplossen van de verschillen in gezinsinkomen.
Bron: Greg L. Duncan, Jeanne Brooks-Gunn and Pamela Kato Klebanov, “Economic Deprivation and Early Childhood Development,” Child Development 65 (1994)

Instabiele gezinnen, instabiele levens: Vergeleken met leeftijdsgenoten uit twee-oudergezinnen, bleek dat zwarte kinderen uit eenoudergezinnen vaker last hebben van probleemgedrag, en slechter presteren op school.
Tom Luster and Hariette Pipes McAdoo, “Factors Related to the Achievement and Adjustment of Young African-American Children.” Child Development 65 (1994): 1080-1094

Buiten de klas: Zelfs onderzoeken met combinaties van opleidingsniveau van de ouders, ras en andere kind- en oudergerelateerde factoren, wijzen uit dat 18 tot 22-jarigen uit verstoorde gezinnen een twee keer zo grote kans op slechte relaties met hun ouders hebben, hoge niveau’s van emotionele stress laten zien of gedragsproblemen hebben, en vaker psychologische hulp hebben ontvangen.
Bron: Nicholas Zill, Donna Morrison, and Mary Jo Coiro, “Long Term Effects of Parental Divorce on Parent-Child Relationships, Adjustment and Achievement in Young Adulthood.” Journal of Family Psychology 7 (1993)

Vaderlijke invloed: Kinderen met een vader in huis, doen het beter op school, hebben minder last van depressiviteit en hebben meer succes in relaties. Kinderen uit eenoudergezinnen bereiken minder en komen vaker in problemen dan kinderen uit twee-oudergezinnen.
Bron: One Parent Families and Their Children: The School’s Most Significant Minority, conducted by The Consortium for the Study of School Needs of Children from One Parent Families, co sponsored by the National Association of Elementary School Principals and the Institute for Development of Educational Activities, a division of the Charles F. Kettering Foundation, Arlington, VA., 1980

Scheidingsproblemen: Kinderen wiens ouders scheiden zijn significant vaker op jonge leeftijd sexueel actief, vaker betrokken bij drugsmisbruik en ervaren vaker gedrags- en stemmingsproblemen. Dit effect is met name sterk bij kinderen van wie de ouders scheidden voordat zij vijf jaar waren.
Bron: David M. Fergusson, John Horwood and Michael T. Lynsky, “Parental Separation, Adolescent Psychopathology, and Problem Behaviors,” Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry 33 (1944)

Probleemhuwelijken, probleemkinderen: In vergelijking met de groepe kinderen die bij hun ouders wonen, hebben zonen en dochters van gescheiden ouders significant vaker gedragsproblemen. Dochters van gescheiden moeders vertonen significant vaker innerlijke problemen, zoals angst en depressiviteit.
Bron: Denise B. Kandel, Emily Rosenbaum and Kevin Chen, “Impact of Maternal Drug Use and Life Experiences on Preadolescent Children Born to Teenage Mothers,” Journal of Marriage and the Family56 (1994)

Hunkerend naar liefde: “Hunkerend naar een vader” heeft met name effect op één en tweejarigen wiens vader opeens en doorlopend afwezig zijn. Slaapstoornissen, zoals problemen met inslapen, nachtmerries en nachtelijke paniekaanvallen beginnen vaak binnen één tot drie maanden nadat de vader het huis verlaten heeft.
Bron: Alfred A. Messer, “Boys Father Hunger: The Missing Father Syndrome,” Medical Aspects of Human Sexuality, January 1989

Reden tot bezorgdheid: Kinderen van nooit-getrouwde moeders worden meer dan twee keer zo vaak behandelt voor emotionele of gedragsproblemen.
Bron: U.S. Department of Health and Human Services, National Center for Health Statistics, National Health Interview Survey, Hyattsille, MD, 1988

Arm en in problemen: Een onderzoek uit 1988 van het “Department of Health and Human Services” wees uit dat op elk inkomensniveau, behalve het allerhoogste (meer dan $50.000,- per jaar), kinderen van nooit-getrouwde moeders vaker worden geschorst, van school worden gestuurd, emotionele problemen hebben, en deelnemen aan anti-sociaal gedrag, dan hun leeftijdsgenoten uit twee-oudergezinnen.
Bron: James Q. Wilson, “In Loco Parentis: Helping Children When Families Fail Them,” The Brookings Review, Fall 1993

Vaderloze agressie: Uit een langdurig onderzoek onder 1197 studenten bleek dat jongens uit ‘alleen moeder’-gezinnen agressiever waren dan jongens uit vader-moeder-gezinnen.
Bron: N. Vaden-Kierman, N. Ialongo, J. Pearson, and S. Kellam, “Household Family Structure and Children’s Aggressive Behavior: A Longitudinal Study of Urban Elementary School Children,” Journal of Abnormal Child Psychology 23, no. 5 (1995)

Handel nu, betaal later: “Kinderen uit gezinnen met alleen een moeder zijn minder in staat om beloning uit te stellen, en hebben een slechtere impulsbeheersing (dat betekent controle over woede en seksuele beloning). Deze kinderen hebben ook een zwakker besef of bewustzijn van goed en kwaad”.
Bron: E.M. Hetherington and B. Martin, “Family Interaction” in H.C. Quay and J.S. Werry (eds.), Psychopathological Disorders of Childhood. (New York: John Wiley & Sons, 1979)

Gekke slachtoffers: 80% van de adolescenten in psychiatrische klinieken komen uit gebroken gezinnen
Bron: J.B. Elshtain, “Family Matters…”, Christian Century, July 1993

Dom tot de dood: “De economische consequenties van de afwezigheid van een vader worden vaak vergezeld door psychologische consequenties, waaronder bovengemiddelde aantallen jongeren die zelfmoord plegen, lage intellectuele en onderwijsprestaties, en bovengemiddelde percentages mentale ziekte, geweld en drugsgebruik”.
Bron: William Galston, Elaine Kamarck. Progressive Policy Institute. 1993

Weggestuurd: Landelijk gezien wordt 15,3% van de kinderen die wonen bij een nooit-getrouwde moeder, en 10,7% van de kinderen die wonen bij een gescheiden moeder, van school gestuurd of geschorst, in vergelijking tot slechts 4,4% van de kinderen die bij hun beide biologische ouders wonen.
Bron: Debra Dawson, “Family Structure…”, Journal of Marriage and Family, No. 53. 1991

Geweld door afwijzing: Kinderen die gewelddadig gedrag op school lieten zien bleken 11 keer vaker niet bij hun vaders te wonen en 6x vaker ouders te hebben die niet getrouwd waren. Jongens uit gezinnen zonder vader gedragen zich vaker gewelddadig dan jongens uit intacte gezinnen
Bron: J.L. Sheline (et al.), “Risk Factors…”, American Journal of Public Health, No. 84. 1994

Die groep: Kinderen zonder vader of stiefvader hadden minder vaak vrienden die het belangrijk vinden om zich op school goed te gedragen. Ze laten ook meer problemen met gedrag en in het bereiken van doelen zien.
Bron: Nicholas Zill, C. W. Nord, “Running in Place,” Child Trends, Inc. 1994

Meeste kans van slagen: Kinderen die op hun 14e bij hun beide biologische ouders leven hebben aanzienlijk meer kans om de middelbare school succesvol af te sluiten dan de kinderen die bij één ouder, een ouder en een stiefouder, of geen van de ouders, wonen.
Bron: G.D. Sandefur (et al.), “The Effects of Parental Marital Status…”, Social Forces, September 1992

Slechter tot slecht: Kinderen uit eenoudergezinnen hebben de neiging om lager te scoren op gestandaardiseerde tests en lagere cijfers te halen op school. Kinderen uit eenoudergezinnen hebben een twee keer zo grote kans om de school vroegtijdig te verlaten dan kinderen uit twee-oudergezinnen.
Bron: J.B. Stedman (et al.), “Dropping Out,” Congressional Research Service Report No 88-417. 1988

Zeldzaam op hogescholen: Kinderen uit gebroken gezinnen hebben 20% minder kans om naar een hogere school te gaan dan kinderen uit intacte, twee-oudergezinnen.
Bron: J. Wallerstein, Family Law Quarterly, 20. (Summer 1986)

Alleen: Kinderen uit eenoudergezinnen of in stiefgezinnen geven aan dat hun ouders lagere verwachtingen van hun opleiding hebben, minder ouderlijk toezicht van schoolwerk te hebben, en minder sociale begeleiding dan kinderen uit intacte gezinnen.
Bron: N.M. Astore and S. McLanahan, Americican Sociological Review, No. 56 (1991)

Dubbel risico: Vaderloze kinderen, kinderen die in een huis wonen zonder stiefvader of contact met hun biologische vader, hebben een 2 keer zo hoog risico om hun school niet af te maken.
Bron: U.S. Dept. of Health and Human Services, Survey on Child Health. (1993)

Herhaal, herhaal: Landelijk gezien hebben 29,7% van de kinderen die wonen bij een nooit-getrouwde moeder en 21,5% van de kinderen die wonen bij een gescheiden moeder, tenminste één klas op school overgedaan, in vergelijking tot 11,6% van de kinderen die bij beide biologische ouders wonen.
Bron: Debra Dawson, “Family Structure and Children’s Well-Being,” Journals of Marriage and Family, No. 53. (1991)

Onderbetaalde hoogvliegers: Kinderen uit twee-oudergezinnen met een laag inkomen, doen het op school beter dan studenten uit éénoudergezinnen met een hoog inkomen. Bijna 2 keer zoveel hoogvliegers komen uit twee-oudergezinnen dan uit éénoudergezinnen.
Bron: “One-Parent Families and Their Children;” Charles F. Kettering Foundation (1990)

Vaderloos en dom: Tenminste een derde van de kinderen die een scheiding mee hebben gemaakt “liet een significante daling in academische prestatie zien” die tenminste drie jaar duurde.
Bron: L.M.C. Bisnairs (et al.), American Journal of Orthopsychiatry, no. 60 (1990)

Zoon van Solo: Volgens een recent onderzoek onder jonge, niet-verzorgende vaders, die achterstand hadden in het betalen van hun kinderalimentatie, woonde minder dan de helft van deze groep op hun 14e bij hun eigen vader.
Bron: Site

Slip en glij: Onder zwarte kinderen in de leeftijd tussen 6 en 9 jaar, scoorden kinderen uit gezinnen met alleen een moeder significant lager op IQ-tests dan de kinderen die bij beide ouders woonden.
Bron: Luster and McAdoo, Child Development 65. 1994

Vaderloze schoolverlaters: Rekening houdend met ras, socio-economische status, sekse, leeftijd en mogelijkheden, bleek dat hogeschool studenten uit éénoudergezinnen 1,7 keer zoveel kans hadden om hun opleiding niet af te maken dan hun tegenhangers die bij hun beide biologische ouders wonen.
Bron: Ralph McNeal, Sociology of Education 88. 1995

Er zijn er twee nodig: Gezinnen waarin beide biologische of adoptieve ouders van het kind aanwezig zijn, laten significant meer ouderlijke betrokkenheid zien in de schoolactiviteiten dan éénouder- en stiefgezinnen
Bron: Zill and Nord, “Running in Place.” Child Trends. 1994

Gevangenis speelzaal: 43% van de gevangenen groeide op in éénoudergezinnen; 39% bij hun moeder, 4% bij hun vader; en nog eens 14% woonde in een gezin zonder een van de biologische ouders. Nog eens 14% had tenminste een deel van hun jeugd doorgebracht in een opvanghuis, instantie of een andere jeugdinstelling.
Bron: US Bureau of Justice Statistics, Survey of State Prison Inmates. 1991

Criminele moeders, criminele kinderen: De kinderen van alleenstaande tienermoeders hebben een groter risico om later crimineel gedrag te vertonen. In het geval van een tienermoeder, is de afwezigheid van de vader ook aanleiding voor een hoger risico op hardvochtigheid van de moeder.
Bron: M. Mourash, L. Rucker, Crime and Delinquency 35. 1989

Opgegroeid tot verkrachting: 72% van de adolescente moordenaars groeiden op zonder vader. 60% van de verkrachters in Amerika ook.
Bron: D. Cornell (et al.), Behavioral Sciences and the Law, 5. 1987. And N. Davidson, “Life Without Father,” Policy Review. 1990

Misdaad en armoede: Het aandeel éénoudergezinnen in een gemeenschap, voorspelt het niveau van gewelddadige misdaden en inbraken, en niet de mate van armoede.
Bron: D.A. Smith and G.R. Jarjoura, “Social Structure and Criminal Victimization,” Journal of Research in Crime and Delinquency 25. 1988

Huwelijk is belangrijk: Slechts 13% van de jeugdcriminelen komen uit gezinnen met een biologische vader en moeder die met elkaar getrouwd zijn. Daarentegen heeft 33% ouders die gescheiden zijn en 44% heeft ouders die nooit getrouwd zijn geweest.
Bron: Wisconsin Dept. of Health and Social Services, April 1994

Geen goede tijd: In vergelijking met jongens uit intacte twee-ouder gezinnen, worden tiener jongens uit verstoorde gezinnen niet alleen vaker in de gevangenis gezet, maar laten zij ook slechter gedrag zien tijdens hun gevangenisstraf.
Bron: M Eileen Matlock et al., “Family Correlates of Social Skills…” Adolescence 29. 1994

Tel ze: 70% van de jongeren in heropvoedingsinstituten van de staat, groeiden op in éénoudergezinnen of zonder ouder.
Bron: Alan Beck et al., Survey of Youth in Custody, 1987, US Bureau of Justice Statistics, 1988

Het belangrijkste: Het verband tussen gezinsstructuur en misdaad is zo sterk dat het de verbanden tussen ras en misdaad en laag inkomen en misdaad volledig overschaduwd. Deze conclusie komt steeds naar voren in de literatuur.
Bron: E. Kamarck, William Galston, Putting Children First, Progressive Policy Inst. 1990

Voorbeelden: Tienervaders hebben een grotere kans deel te nemen aan en veroordeeld te worden voor het plegen van illegale activiteiten, en hun overtredingen zijn ernstiger.
Bron: M.A. Pirog-Good, “Teen Father and the Child Support System,” in Paternity Establishment, Institute for research on Poverty, Univ. of Wisconsin. 1992

De omgeving: De waarschijnlijkheid dat een jonge man betrokken is bij criminele activiteiten verdubbeld als hij opgroeit zonder vader, en verdrievoudigd als hij opgroeit in een omgeving met veel éénoudergezinnen.
Bron: A. Anne Hill, June O’Neill, “Underclass Behaviors in the United States,” CUNY, Baruch College. 1993

De oorlog mee naar huis nemen: De kans dat een in 1974 geboren jongen vermoord wordt is hoger dan de kans die een militair liep dat hij omkwam door deelname aan gevechten in de tweede wereldoorlog.
Bron: US Sen. Phil Gramm, 1995

Neem een voorsprong thuis en op het werk: Vaders die zorg droegen voor de intellectuele ontwikkeling van hun kinderen en de sociale ontwikkeling van hun adolescenten, deden het beter in hun carrière dan mannen die niet bij zulke activiteiten betrokken waren
Bron: J. Snarey, How Fathers Care for the Next Generation.Harvard Univ. Press

Luiervaders: In 1991 werden ongeveer 20% van de kinderen die nog niet naar school gingen door hun vaders verzorgd, zowel getrouwde als alleenstaade. In 1988 was dat 15%.
Bron: M. O’Connell, “Where’s Papa? Father’s Role in Child Care,” Population Reference Bureau. 1993

Zonder verlof: 63% van de 1500 directeuren en HR-managers zeiden dat het niet redelijk was dat een vader verlof opnam na de geboorte van een kind.
Bron: J.H. Pleck, “Family Supportive Employer Policies,” Center for research in Women. 1991

Neem een baan: Het percentage mannen die klaagden dat hun werk conflicteerde met hun gezinsverantwoordelijkheden steeg van 12% in 1977 tot 72% in 1989. Tegelijkertijd geeft 74% van de mannen voorkeur aan een “vadergerichte” carrière boven een “snelle” carrière.
Bron: James Levine, The Fatherhood Project

Lange-afstand vaders: 26% van de afwezige vaders woont in een andere staat dan hun kinderen
Bron: US Bureau of the Census, Statistical Brief . 1991

Coole Vader van de Week: Onder vaders die contact houden met hun kinderen na een scheiding, verandert het patroon van de relatie tussen vader en kind. Ze beginnen zich meer als bekenden dan als vaders te gedragen. In plaats van te helpen met huiswerk, nemen de niet-thuis wonende vaders hun kinderen vaker mee winkelen, naar de film, of uit eten. In plaats van het leveren van goed advies en begeleiding, worden gescheiden vaders ‘verwenvaders’.
Bron: F. Furstenberg, A. Cherlin, Divided Families . Harvard Univ. Press. 1991

Ouder is niet wijzer: Terwijl 57% van de ongetrouwde vaders met kinderen onder de twee, hun kinderen meer dan eens per week bezoekt, heeft slechts 23% nog regelmatig contact met hun kinderen als die kinderen 7,5 jaar zijn.
Bron: R. Lerman and Theodora Ooms, Young Unwed Fathers . 1993

Tien jaar later: Tien jaar na de scheiding, geeft meer dan tweederde van de kinderen aan dat zij hun vader al een jaar niet hebben gezien.
Bron: National Commission on Children, Speaking of Kids. 1991

Adres onbekend: Meer dan de helft van de kinderen die niet bij hun vader wonen zijn nog nooit in het huis van hun vader geweest.
Bron: F. Furstenberg, A. Cherlin, Divided Families. Harvard Univ. Press. 1991

Vaderloze jaren: Ongeveer 40% van de kinderen die in vaderloze gezinnen woont, heeft hun vader een jaar of langer niet gezien. Van de rest slaapt slechts 20% een nacht per maand in het huis van hun vader. En slechts 16% ziet hun vader een keer per week of vaker.
Bron: F. Furstenberg, A. Cherlin, Divided Families. Harvard Univ. Press. 1991

Maatgevend?: Volgens een Gallup-poll uit 1992 geeft 50% van de volwassenen toe dat hun vaders tegenwoordig minder tijd met hun kinderen doorbrengen dan hun vaders met hen deden.
Bron: Gallup national random sample conducted for the National Center for Fathering, April 1992

Vader onbekend: Van de kinderen die bij alleenstaande moeders woont ziet 35% hun vader nooit, en 24% ziet hun vaders minder dan eens per maand.
Bron: J.A. Selzer, “Children’s Contact with Absent Parents,” Journal of Marriage and the Family, 50 (1988)

Gemist contact: Uit een studie onder 304 jongvolwassenen bleek dat degenen van wie hun ouders gescheiden waren nadat zij het huis uit waren, significant minder contact met hun vaders hebben dan volwassen kinderen van wie de ouders getrouwd bleven. Wekelijks contact met hun kinderen daalde van 78% voor de getrouwde vaders tot 44% van de gescheiden vaders.
Bron: William Aquilino, “Later Life Parental Divorce and Widowhood,” Journal of Marriage and the Family 56. 1994

Reclame onderbreking: De tijd die een vader één-op-één met zijn kind doorbrengt is gemiddeld minder dan 10 minuten per dag.
Bron: J. P. Robinson, et al., “The Rhythm of Everyday Life.” Westview Press. 1988

Hoog risico: Over het geheel genomen loopt meer dan 75% van de Amerikaanse risico’s door gebrek aan vaderlijk contact. Zelfs in twee-ouder gezinnen, ervaart minder dan 25% van jonge jongens en meisjes een gemiddelde van tenminste een uur van relatief individueel contact met hun vaders.
Bron: Henry Biller, “The Father Factor…” a paper based on presentations during meetings with William Galston, Deputy Director, Domestic Policy, Clinton White House, December 1993 and April 1994

Klop, klop: Van de kinderen in de leeftijd van 5 tot 14, keert 1.600.000 terug naar huizen waar geen ouder aanwezig is.
Bron: U.S. Bureau of the Census, “Who’s Minding the Kids?” Statistical Brief. April 1994

Wie zei dat praten goedkoop is?: Bijna 20% van 10 tot 16-jarigen heeft meer dan een maand lang geen goed gesprek met tenminste één van hun ouders gehad, wat minimaal 10 minuten duurde
Bron: Peter Benson, “The Troubled Journey.” Search Institute. 1993

Gerechtvaardigde schuld: In 1990 bleek uit een enquête van de L.A. Times dat 57% van alle vaders en 55% van alle moeders zich schuldig voelt omdat ze niet genoeg tijd aan hun kinderen geven.
Bron: Lynn Smith and Bob Sipchen, “Two Career Family Dilemma,” Los Angeles Times, Aug. 12, 1990

Wie bent u, meneer?: In 1965 brachten ouders gemiddeld ongeveer 30 uur per week met hun kinderen door. In 1985 was dat gedaald tot 17 uur.
Bron: William Mattox, “The Parent Trap.” Policy Review. Winter, 1991

Wachtende werken: Slechts 8% van hen die de middelbare school af hebben gemaakt, trouwden voordat ze een kind kregen en wachtten tot hun 20e voordat ze dat kind kregen leefden in 1992 in armoede
Bron: William Galston, “Beyond the Murphy Brown Debate.” Institute for Family Values. Dec. 10, 1993


Meer statistieken

  • 63% van de jongeren die zelfmoord plegen komen uit gezinnen zonder vader;
  • 90% van alle dakloze en weggelopen kinderen komen uit gezinnen zonder vader;
  • 85% van alle kinderen met gedragsproblemen komen uit gezinnen zonder vader;
  • 80% van verkrachters gedreven door misplaatste woede, komt uit gezinnen zonder vader;
  • 71% van alle schoolverlaters komen uit vaderloze gezinnen;
  • 75% van alle adolescente patiënten in klinieken voor misbruik van chemicaliën komt uit vaderloze gezinnen;
  • 70% van jeugdigen in door de staat gecontroleerde instituten komt uit vaderloze gezinnen;
  • 85% van alle jongeren in gevangenissen zijn opgegroeid in vaderloze gezinnen.

Het vaderschap van de overheid

  • 37,9% van de vaders heeft geeft bezoekregeling;
  • 40% van de moeders gaf aan dat zij tenminste één keer had ingegrepen in het bezoek van de niet-verzorgende vader om de ex-echtgenoot te straffen
  • Over het geheel genomen ziet 50% van de moeders geen meerwaarde in het voort zetten van het contact van de vader met zijn kinderen
  • Slechts 11% van de moeders hecht belang aan de inbreng van hun echtgenoot als het gaat om het oplossen van problemen met hun kinderen. Onderwijzers en artsen scoren met 45%, goede vrienden en bekenden met 16% aanzienlijk hoger
  • “De voormalige echtgenote (moeder) was het grootste obstakel in het hebben van frequenter contact met de kinderen”
  • Een grote meerderheid (70%) van vaders vond dat zij te weinig tijd met hun kinderen kregen
  • Heel weinig kinderen waren tevreden over de hoeveelheid tijd die zij na de scheiding met hun vader hadden
  • “Gevoelens van woede naar hun voormalige echtgenoten verhinderden een effectieve betrokkenheid van de kant van de vaders; boze moeders saboteerden soms de pogingen van de vaders om hun kinderen te bezoeken”
  • “Moeders blokkeren bezoeken om wraak te nemen op vaders voor huwelijksproblemen”
  • “… 77% van de niet-verzorgende vaders zijn NIET in staat hun kinderen te bezoeken zoals door de rechtbank is vastgesteld, als gevolg van verstoring van die bezoeken door de verzorgende ouder …”

Valse beschuldigingen van misbruik:

  • In 1963 waren er 160.000 meldingen van mogelijk kindermisbruik. Dat aantal explodeerde in 1985 tot 1.700.000
  • In 1995 waren er meer dan 3.000.000 aangiften van mogelijk kindermisbruik. Echter, 2.000.000 daarvan waren vals of zonder onderbouwing!

Beruchte vaderloze mensen!

http://www.photius.com/feminocracy/facts_on_fatherless_kids.html

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *